1637 - 1678 (41 years)
Has 8 ancestors and 61 descendants in this family tree.
1637 - 1678 (41 years)
Birth |
1637 |
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Died |
28 Jul 1678 |
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
|
Father |
Silvester Heereman van Zuydtwyck, b. 1600 |
Mother |
Anna van Swieten, b. ca 1600 |
|
Family |
Anna von Ramp zu Rolland, b. 17 Jan 1637 |
Married |
25 Jun 1660 |
Haarlem, Kennemerland, Noord-Holland, Nederland |
Children |
+ | 1. Friedrich Jacob Heereman von Zuydtwyck |
|
|
1637 - 1710 (73 years)
Birth |
17 Jan 1637 |
Died |
11 Jun 1710 |
|
Father |
Andries Ramp |
Mother |
Cornelia Pansser |
|
Family |
Diderik Heereman van Zuydtwijck, b. 1637, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Married |
25 Jun 1660 |
Haarlem, Kennemerland, Noord-Holland, Nederland |
Children |
+ | 1. Friedrich Jacob Heereman von Zuydtwyck |
|
|
|
Father |
Silvester Heereman van Zuydtwyck, b. 1600 |
Mother |
Anna van Swieten, b. ca 1600 |
|
1600 - 1673 (73 years)
Birth |
1600 |
Died |
1673 |
|
Father |
Nicolaus Heeremansz, b. 1562 |
Mother |
Volkgen Vastertsdr |
|
Family |
Anna van Swieten, b. ca 1600 |
Children |
+ | 1. Diderik Heereman van Zuydtwijck, b. 1637, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
| 2. Nicolaes Heereman |
|
|
1600 - 1659 (59 years)
Birth |
ca 1600 |
Died |
1659 |
|
Father |
Dirck Hendricksz van Swieten |
Mother |
Lijsbeth Jansdr van Montfoort |
|
Family 1 |
Silvester Heereman van Zuydtwyck, b. 1600 |
Children |
+ | 1. Diderik Heereman van Zuydtwijck, b. 1637, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
| 2. Nicolaes Heereman |
|
|
Family 2 |
Joost Boelens |
|
1637 - 1710 (73 years)
Birth |
17 Jan 1637 |
Died |
11 Jun 1710 |
|
Father |
Andries Ramp |
Mother |
Cornelia Pansser |
|
Family |
Diderik Heereman van Zuydtwijck, b. 1637, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Married |
25 Jun 1660 |
Haarlem, Kennemerland, Noord-Holland, Nederland |
Children |
+ | 1. Friedrich Jacob Heereman von Zuydtwyck |
|
|
|
Father |
Diderik Heereman van Zuydtwijck, b. 1637, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Mother |
Anna von Ramp zu Rolland, b. 17 Jan 1637 |
Married |
25 Jun 1660 |
Haarlem, Kennemerland, Noord-Holland, Nederland |
|
Family |
Baronesse Elisabeth de Scherpenzeel zu Rümpt, b. 1674 |
Married |
30 Jul 1702 |
Utrecht |
Children |
+ | 1. Friedrich Wilhelm Heereman von Zuydtwyck, b. 11 May 1711 |
+ | 2. Franz Ernst Heereman von Zuydtwyck |
|
|
-
Name |
Diderik Heereman van Zuydtwijck |
- Theodor Heeneman von Zuydtwyck
|
Birth |
1637 |
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Gender |
Male |
Prominent People |
Nederland |
gouden eeuw |
Death |
28 Jul 1678 |
Amsterdam, Noord-Holland, Nederland |
Siblings |
1 Sibling |
|
Person ID |
I816729 |
Geneagraphie |
Last Modified |
2 Jan 2017 |
-
-
Notes |
- Vermogen fl. 560,000
- Archief Heereman van Zuydtwijck
- De oudste gegevens over het geslacht Heereman van Zuydtwijck zijn te vinden in het testament van de Amsterdamse priester Pieter Heereman uit 1549( Inv.nr. 1. ). Daarin vermaakt hij een deel van zijn bezittingen aan zijn broers oude en jonge Jacob Heereman en zijn zusters Agnees en Maritgen (Marij) Heeremansdochter.
Van Marij Heeremansdr. stammen de verdere leden van het geslacht af. Zij had vier kinderen: twee zoons, Heereman en Yem, bij een echtgenoot die Ghijsbert heette en een zoon Jan en een dochter Anna bij Pieter Jansz. Corver. Beide echtgenoten heeft zij overleefd: in 1557 wordt zij vermeld als weduwe woonachtig 'opt water' (het Damrak) in het huis 'de roo wagen'( Elias, Vroedschap, p. 84, noot c. ). Marij overleed op 31 januari 1588 en werd begraven in de Nieuwe Kerk; haar nalatenschap bestond, naast geld en renten, uit huizen in Amsterdam en hofsteden te Sloten en Woerden en vertegenwoordigde een waarde van in totaal 26.000 gulden( GA Amsterdam, begraafboeken 105, f. 24v; inv.nr. 2: de huizen stonden aan het Damrak, in de Kalverstraat en aan het Spui. ). Over de twee zoons uit haar eerste huwelijk is evenmin veel bekend. Van Yem is slechts de akte van huwelijkse voorwaarden m het archief bewaard gebleven( Inv.nr. 5. ). Stamhouder Heereman trouwde in 1552 met Jacoba Jacobsdr. Bam. Zij was degene die er later, ten onrechte, van werd beschuldigd de aanstichster te zijn geweest van een geheimzinnige ziekte die in het jaar 1566 uitbrak onder de weeskinderen van Amsterdam( Ter Gouw, Geschiedenis van Amsterdam, IV, p. 78-79. ). Door dit huwelijk raakte Heereman verwant aan een aantal aanzienlijke geslachten - Occo, Buyck, de 'Heynen-clan' , Boelens - die tot aan de alteratie van Amsterdam (1578) een zeer grote rol speelden in het stadsbestuur. Zelf heeft hij echter nooit enige activiteit in die richting ontplooid.
Bij zijn zoon Claes (1562-1650) valt voor het eerst een duidelijke toename van de rijkdom te constateren. Hij woonde in het 'groote huys ' in de Kalverstraat (tegenover het 'leelijck hooft') en bezat daarnaast nog zes andere huizen in de stad en een groot aantal landerijen in de omgeving( Ten tijde van zijn overlijden bezat hij.vier huizen in de Kalverstraat, twee huizen aan het Rokin, een huis in het 'Gebbefatsoensteegje' en een derde deel van een huis op de Wortelmarkt; de landerijen waren gelegen te Amstelveen, Buitenveldert, Sloten, Ouderkerk, Nigtevecht, Weesp, Spaarnwoude en Koedijk; inv.nrs. 12 en 1231. ). Welke precies de bron van deze rijkdom is geweest valt jammer genoeg niet uit het archief op te maken - er zijn geen gegevens over het eventuele beroep van Claes. Het is waarschijnlijk dat hij, en later zijn zoon en kleinzoon, zich met de geldhandel heeft bezig gehouden( Vgl. bijvoorbeeld inv.nrs. 21-26 en 47-75. ). Ook Claes trouwde met een Amsterdamse, namelijk Volkgen Vastertsdr., een kleindochter van de rijke apotheker Jan Claesz. Cat. Van hun vele kinderen (ten tijde van het overlijden van Claes waren er nog zeven in leven) kreeg er slechts een, Silvester, nageslacht.
Silvester Heereman (1600-1673) was jurist en is na zijn studie enige tijd 'in dienst van den keijser' geweest( Inv.nr. 108; nadere gegevens ontbreken. ). Waar hij gestudeerd heeft is niet bekend. Hij trouwde met Anna van Swieten, een dochter uit een aanzienlijk geslacht dat van oorsprong uit Leiden afkomstig was. Zij was weduwe van Joost Boelens, de schoonvader van Silvester 's zuster Maria. Silvester en Anna woonden in het huis 'het meer-blad' aan het Singel in Amsterdam.
Zoals zoveel rijken in die tijd heeft Silvester getracht zijn sociale stijging zichtbaar te maken door de aankoop van een heerlijkheid( Dat Silvester rijk was blijkt onder ander uit het feit dat hij in 1673 in de 200e penning - een extra belasting die werd geheven vanwege de zware lasten van de staat - werd aangeslagen voor ruim 1866 gulden, hetgeen duidt op een vermogen van minstens 373.300 gulden. Zie inv.nr. 27 ). In zijn geval was dat de hoge heerlijkheid Zuydtwijck bij Boskoop, die hij in 1656 kocht van Gualterus van Halewijn. Het is duidelijk dat hij dit meer vanwege de titel dan vanwege de inkomsten gedaan zal hebben, immers de totale oppervlakte van de heerlijkheid bedroeg in 1540-1544 zo'n negen en zeventig morgen en dichtbevolkt zal deze niet geweest zijn( Van der Linden, De Cope, p. 242, noot 6; Van der Aa, Aardrijkskundig woordenboek, vermeld geen dorp of gehucht in de heerlijkheid die in zijn tijd (1851) twintig inwoners telde ). Zijn kinderen voegden de naam van de heerlijkheid toe aan de geslachtsnaam en noemden zich voortaan Heereman van Zuydtwijck.
Silvesters zoon Diderik (ca. 1637-1678) - wederom de enige die het geslacht voortzette - studeerde rechten in Utrecht( Inv.nr. 44; Album studiosorum, kol. 47-februari 1655. ). In 1658 had hij, in de woorden van zijn zoon Frederik Jacob, 'de eere en het geluck' in Frankfurt aanwezig te zijn bij de kroning van keizer Leopold I. Bij die gelegenheid werd hij tot ridder van het Heilige Roomse Rijk geslagen( Inv.nr. 108 en Genealogisches Handbuch, p. 266. ). Diderik trouwde kort na zijn adelsverheffing met Anna Ramp, een dochter uit een Haarlems katholiek geslacht, dat in 1630 eveneens door toedoen van de Duitse keizer in de adelstand was verheven( Bijlsma, 'Roomschgezinde Hollandsche geslachten',kol.330;inv.nr.313. ). Het paar vestigde zich eerst te Haarlem en later te Utrecht, maar werd nog wel in Amsterdam begraven.
Hun kinderen verbraken definitief de band met Amsterdam - de meesten van hen vestigden zich in Utrecht. De enige zoon met nageslacht, Frederik Jacob, trok van daar uit later zelfs naar Roermond, de hoofdstad van Oostenrijks Opper-Gelre (1725)( De reden voor deze verhuizing is niet bekend. Verondersteld wordt dat religieuze motieven hierbij een rol hebben gespeeld. De ligging van het goederenbezit van de familie gaf geen aanleiding tot vestiging in die omgeving. )
|
-
Sources |
- [S77] Kees Zandvliet, De 250 rijksten van de Gouden Eeuw, ISBN 90-8689-0067. (Reliability: 3).
|
|
|
|