Share Bookmark
Isaac Pierre Brodier

Isaac Pierre Brodier

Male 1760 - 1799  (39 years)    Has 12 ancestors and 8 descendants in this family tree.

Personal Information    |    Notes    |    Event Map    |    All

  • Name Isaac Pierre Brodier 
    Birth 24 Jan 1760  's-Gravenhage, Zuid-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Gender Male 
    Death 26 Nov 1799  Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Burial 30 Nov 1799  Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Siblings 2 Siblings 
    Person ID I648077  Geneagraphie
    Last Modified 11 Jun 2009 

    Father André Mathieu Frédéric Brodier,   b. 24 Jan 1724   d. Abt 1 Feb 1789 (Age 65 years) 
    Mother Marie Magdelaine Legall   d. Yes, date unknown 
    Marriage London, Middlesex, England Find all individuals with events at this location 
    Family ID F284202  Group Sheet  |  Family Chart

    Family Bartha Kraey,   c. 23 Sep 1760, Rotterdam, ZH, NL Find all individuals with events at this locationd. 18 Feb 1835, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Find all individuals with events at this location (Age ~ 74 years) 
    Marriage
    • Het huwelijk vond niet plaats in de Waalse Kerk, zodat hiermede de assimilatie van de Franse familie in Holland een aanvang nam.
      Ook de notaris Isaac Valeton, van wiens diensten het jonge echtpaar
      gebruik maakte, was een bekend patriot
    Children 
    +1. Marie Cathatrine Brodier,   b. 11 Sep 1785   d. Yes, date unknown
     2. Margaretha Wilhelmina Brodier,   b. 16 Apr 1788   d. Yes, date unknown
    +3. Willem Brodier,   c. 5 Feb 1792, Rotterdam, ZH, NL Find all individuals with events at this locationd. 1842 (Age ~ 49 years)
     4. Matthieu Frédéric Brodier,   b. 1797   d. 17 Jan 1829, Moerkapelle Find all individuals with events at this location (Age 32 years)
     5. Jeanne Wilhelmina Brodier,   b. Dec 1799   d. Yes, date unknown
    Family ID F284207  Group Sheet  |  Family Chart
    Last Modified 11 Jun 2009 

  • Event Map Click to hide
    Link to Google MapsBirth - 24 Jan 1760 - 's-Gravenhage, Zuid-Holland, Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsDeath - 26 Nov 1799 - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsBurial - 30 Nov 1799 - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Link to Google Earth
     = Link to Google Earth 
    Pin Legend  : Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  • Notes 
    • De omstandigheden hebben hem in de tabakshandel gebracht. Dat kan geweest zijn omstreeks 1775, toen deze tak van bedrijf hier zeer bloeide. De Engelse kooplieden, die de handel in de Noord-amerikaanse tabak in handen hadden, doordat dit artikel door de Amerikanen werd gebruikt voor de betaling van Engelse fabrieksgoederen, onderhielden hier een ruim depot, waaruit de talrijke fabrieken van snuif- en rooktabak, waaruit naar mijn schatting zeker een vijftien tot twintig procent van de Rotterdamse bevolking leefde, haar grondstof goedkoop konden betrekken. In 1790 had Brodier procuratie van William Tasker, blijkbaar één der Engelse interessenten in deze handel te Rotterdam.
      Uiteraard heeft de Amerikaanse vrijheidsoorlog deze handel geen goed gedaan. Toch waagde Brodier het reeds spoedig na de afloop in het huwelijk te treden met Bartha Kraey, die op 23 september 1760 gereformeerd was gedoopt.
      Brodier zelf zou trouwens na de omwenteling voor de vervulling van een openbaar ambt worden voorgedragen.
      Na de vrede leefde de tabakshandel evenwel snel op, ook door rechtstreekse aanvoer uit de Verenigde Staten, per jaar meer dan 7.000 vaten. In 1792 vind ik Brodier voor het eerst als blijkbaar zelfstandig handelend koopman, in 1794 verschijnt hij als ontvanger van tabak uit Londen. Hij had vermoedelijk zijn aandeel in de opbloei van de tabakshandel tussen 1790 en 1795. Op 21 mei 1794 was hij althans reeds in staat uit een failliete boedel een huispand en erve aan de Boompjes te kopen voor f 13.000,-, waarvan hij er f 7.000,- contant betaalde.
      Kort voor de inval der Fransen vermocht hij zijn zaken op een bredere grondslag te plaatsen doordat hij met ingang van 1795, tezamen met Adriaan van Swieten, het huis van negotie van zijn vroegere patroon W. Tasker overnam. In de nieuwe firma Van Swieten en Brodier bracht de eerstgenoemde het kapitaal in, waarover hij uit de winst een preferente uitkering van vier procent zou ontvangen. Brodier had de dagelijkse leiding, doch moest voor belangrijke zaken de voorafgaande instemming van Van Swieten verkrijgen, behoudens in spoedgevallen, doch nooit voor meer dan f 20.000,-. Andere zaken mocht hij in het geheel niet doen. Het comptoir zou ten huize van Brodier worden gehouden tegen een vergoeding van f 400.- per jaar. Hij zou daar ook de buitenlandse vrienden en correspondenten ontvangen, waarvoor hem f 600.- per jaar werd toegelegd. In 1799 is deze firma voor vier jaren verlengd.
      De combinatie toonde al spoedig zowel haar kapitaalkrachtigheid als patriotisme. Toen in april 1796 aan de Rotterdamse handel werd gevraagd wissels te accepteren ter voldoening aan de militaire eisen van Frankrijk, behoorde de firma Van Swieten en Brodier tot de - kleine - lijst van degenen, die voor f 10.000,- deelnamen, daarin slechts overtroffen door J. Hoffman & Zoonen, die met f 25.000,- over de brug kwamen.
      Blijkens van het Zeegerecht te Rotterdam afkomstige gegevens ontving de firma in 1797 rechtstreeks aanvoer uit Noord-Carolina (161 vaten tot een waarde van f 55.350,-; hetzelfde schip „Thomas" hield nog 190 vaten voor anderen in). Tevens blijkt uit verschillende notariële acten, dat de firma veel tabak betrok uit Oost- Europa. Schepen onder de vlag van de één of andere Duitse staat werden gecharterd om in ballast uit Delf shaven naar Riga te varen en daar Ukraine-tabak te halen. Ook Hongaarse tabak wordt dan verhandeld. Tevens blijkt uit deze acten ook weer het regionale karakter van de toenmalige handel. In Riga worden ook graan en Russische matten voor verscheping naar ons land geladen. Ook koffie wordt voor de firma uit overzeese gebieden aangevoerd.
      De verwardheid van de tijden heeft de compagnons blijkbaar aanvankelijk geen windeieren gelegd, hoewel over het algemeen de armoede in ons land op schrikbarende wijze toenam. Op 8 augustus 1798 droeg het Comité van Koophandel en Zeevaart der Stad Rotterdam Brodier aan de Municipaliteit voor tot vervulling van de post van Commissaris der Beurze, welk ereambt hij, gelijk gebruikelijk was, een jaar lang heeft bekleed. Het is voorts kenschetsend, dat de weduwe zijns vaders, zijn stiefmoeder dus, in 1798 kon bedanken voor de steun van de kerk, „comme il a plu
      a la Providence de benir Findustrie de ma familie". Op 29 maart 1799 was Brodier zelfs in staat aan de Schoutenlaan in Kralingen (ter hoogte van de latere Nieuwe Plantage) „een extra fraay aangelegde vrugbare en wel beplante tuyn en wel gebouwd huys met een grote coepel en verdere commoditeyten, tuynhuys en erve" te kopen voor f 6.500,\emdash contant en f 500,\emdash voor de tuincieraden. Dit zal wel een koopje zijn geweest.
      Wij hebben het geluk, dat dit huis ons uitvoerig is beschreven door mevrouw H. Kuyper-van Oordt, in wier familie de buitenplaats van 1825 tot 1890 is geweest, in haar boek „Het zonnetje in het paradijs", terwijl de tuin door dezelfde schrijfster met liefde is geschilderd in een tweede Rotterdamse roman: „Het goed van Cronaert". Over het huis is bovendien door haar een aardige brief geschreven, welke zich als inlage in „Het goed van Cronaert" bevindt in het exemplaar, hetwelk van dit charmante werk berust in het archief van de Vereeniging der familie Van Oordt. Daaraan zij het volgende ontleend: „Als ik mij bijvoorbeeld het lage witte buitenhuis weer voor den geest breng dan zeg ik: wat werd er vroeger, bij 't bouwen, toch roekeloos met de ruimte omgegaan. In dat huis, een huis als een kerk, hadden we, beneden, maar drie kamers, één zeer flinke en groote (ik kan dit vaststellen, omdat ik weet, welke, tamelijk omvangrijke, meubelen er met gemak een plaats in vonden) en twee die zelfs in mijn, allicht toch vergrootende,
      kinderherinnering, klein lijken. Dat was alles. Maar er was: een kollossaal glazen „voorhuis", dan een „portaal" of vestibule waarnaast zich de spreekkamer bevond; daarnaast was weer 't „portaal" uit 't Goed v. Cr., dat toegang gaf tot de bloemenkassen. En voorts hadden we: een „kamertje van Smit" , een strijkkamer, een provisiekamer, een kelder en een gangetje, waarin zich kasten bevonden, ter eener - en een naaikamertje, een perskamer, de keuken en nog eens een „portaal" ter andere zijde. Nu zal men zeggen: nu ja, al die strijk, pers, naai-, spreek- en mangelkamers hadden desnoods bewoond kunnen worden. Dat is waar, maar ze waren daarop toch kennelijk niet gebouwd. Boven was het eerlijk gezegd: erg hokkerig. Er was een prachtige, zeer breede, rechte, monumentale trap en, naast de kamers, een zolder, waarop voor mijn broers een biljart stond. Ettelijke groote kisten en kasten stonden op dien zolder, eveneens met gemak en zonder dat hun grootte opviel, in de ruimte. Maar onze slaapkamertjes waren weer smalle en lage vertrekjes. De bloem van die bovenétage was de „bovenvoorkamer", belendend aan en verbonden met Papa en Mama's slaapkamer. Die bovenvoorkamer was zonnig en licht en had, wijl ze eenigszins vooruit stak, aan drie zijden ramen, die op 't weiland uitzagen. - U ziet hoe de pen mij vervoert nu ik dit huis, 't welk ik innig heb liefgehad, mij weer voor oogen roep". - Om den tuin te waardeeren moet men eigenlijk het geheele fijne pastei, dat „Het goed van Cronaert" vormt, zorgvuldig genietend) Dan z/W men b.v. de „coepel": „met openstaande deuren rondom, met aardige kleine kastjes in den wand, licht en vroolijk gemeubileerd, als een kleine glazen kamer". Wanneer hij in den laten middag van een zomerdag werd opengezet, was het van binnen „broeiend warm en er hing een vreemde reuk, aan zonbeschenen koepels allerwege eigen. Maar des avonds was het er frisch en heerlijk: over 't weiland kwam koelte aan en als 't donker werd behoefde men niet
      naar huis; men kon blijven, zoo laat men wilde en de lamp opsteken. Als dan de hor maar in de deur gezet werd, voor de nachtvlinders. Dat theedrinken in den koepel was als een stemmig klein avondfeest, iederen dag weer met zorg voorbereid. Er kwam een vaas met versche rozen op de tafel. De koopman verlangde heel den warmen, langen dag op zijn kantoor naar dien koelen avond
      Isaac Pierre Brodier heeft slechts één zomer die heerlijkheid mogen genieten en deze is hem nog geducht vergald, doordat de ongunst der tijden zich eindelijk voor de nouveau riche deed gevoelen. Gedurende die maanden dreigde immers voortdurend de geallieerde landing, welke einde augustus 1799 werkelijkheid werd.



Home Page |  What's New |  Most Wanted |  Surnames |  Photos |  Histories |  Documents |  Cemeteries |  Places |  Dates |  Reports |  Sources