Marinus Gillisz. Groeninx

1612 - 1681  (69 years)    Has 6 ancestors and more than 100 descendants in this family tree.

• Name	Marinus Gillisz. Groeninx
  Birth	13 Apr 1612	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  Gender	Male
  Prominent People	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  vroedschap
  Death	7 Aug 1681	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  Person ID	I469718	Geneagraphie
  Last Modified	17 May 2009

  
  

  Father	Gillis Groeninx,   b. Aug 1575, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland d. 21 Apr 1624, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland (Age 48 years)
  Mother	Annetje Franken Pauw,   b. 1578   d. 17 Jun 1627, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland (Age 49 years)
  Marriage	8 Jan 1605	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  Family ID	F199229	Group Sheet  |  Family Chart

  
  

  Family	Maria Vasterts van Ardenne,   b. 28 Dec 1615, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland d. Yes, date unknown
  Marriage	10 Jul 1635	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  Children	+ 1. Aegidius Groeninx,   b. 27 May 1639, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland d. 14 Sep 1689, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland (Age 50 years)   2. Vastardus Groeninx   d. Yes, date unknown   3. Marinus Groeninx,   b. 1655   d. 1730 (Age 75 years)   4. Adriaan Groeninx   d. Yes, date unknown
  Family ID	F186803	Group Sheet  |  Family Chart
  Last Modified	23 Nov 2004

  
  

• Event Map	Click to hide
  		Birth - 13 Apr 1612 - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Prominent People - vroedschap - - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Marriage - 10 Jul 1635 - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Death - 7 Aug 1681 - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland  = Link to Google Earth
  Pin Legend	: Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  
  

• Notes

  brouwer en wijnkoper was weinig bij het bestuur van zijn stad betrokken. Door zijn huwelijk met Maria van Ardenne had hij eigendom verworven in de grote brouwerij 'Het Witte Lam' in de Kipstraat. Talrijke notariële acten tonen aan, dat de productie en verkoop van bier hem een uitgebreid werkterrein verschaften. Ook trad Marinus Groeninx op als hoofdman van het bierbrouwersgilde in Rotterdam. Daarnaast legde hij zich toe op een zeer aparte tak van handel, die in het midden van de 17de eeuw voor een overgroot deel in Amsterdam geconcentreerd was, nl. de handel op de Levant. Pas in 1670 kwam er in Rotterdam een College van Direkteuren voor de Levantsche Handel onder deelname van Leiden en Dordrecht naast het Amsterdamse College. Tot de initiatiefnemers in Rotterdam behoorde Marinus Groeninx; van 1673 tot zijn dood was hij lid van de Rotterdamse Direktie. Interessanter is nog, dat Groeninx' zoon Adriaan ongeveer van 1668 tot 1678 in Smyrna het familie-handelshuis dreef. Blijkens de omslag van de audiëntiekosten van de Nederlandse consul ter plaatse over de twintig vaderlandse handelshuizen in deze stad behoorde Groeninx' kantoor tot de kleinere. Werd de hoogste klasse aangeslagen voor 800 en de laagste voor 200 daalders, hij moest er 300 betalen. Over het leven in de Nederlandse kolonie lichten de gezantschapsberichten van Jacob van Dam ons duidelijk in. Adriaan Groeninx behoorde in Smyrna tot de roerige elementen en lag voortdurend met de consul overhoop. Ogenschijnlijk waren incidenten als het eten ten huize van de consul van een pastei, waar de kok een kat in gebakken had, de oorzaak van Groeninx gebetenheid op Van Dam. Op de achtergrond speelde mee, dat vader Groeninx in patria aan een overigens niet geslaagde consulswisseling te Smyrna werkte, waarvan de bedoeling was, dat Van Dam's plaats door Adriaan Groeninx ingenomen zou worden. Wel werd Adriaan na zijn terugkeer te Rotterdam in 1684 Direkteur van het Rotterdamse College van de Levanthandel. Helaas is in het familiearchief niets aangetroffen over de bedrijvigheid van de familie in deze periode. Beter is het gesteld met de betrekking, die Adr. Groeninx van 1688 tot 1699 in Rotterdam bekleedde, namelijk ontvanger van de extra-ordinaire gewestelijke verpondingen. Dat men zijn boekhouding nu kan raadplegen is daarom zo van gewicht, omdat het financie-archief van de stad Rotterdam slechts losse rekeningen van deze belastingen over enkele eeuwen verspreid bezat. Nu is een overzicht mogelijk, zij het over een korte periode. Evenals zijn vader heeft Adriaan Groeninx zich niet met stadsbestuur en politieke zaken bezig gehouden. Geheel anders was dat met zijn drie broers, die elkaar als het ware opvolgden in de stedelijke vroedschap. De oudste Aegidius Groeninx had, voordat hij in 1687 lid van de vroedschap werd, reeds bewezen een krachtig figuur te zijn. In 1672/73 als kapitein van een compagnie Rotterdamse schutters heeft hij zowel in als buiten de stad de stedelijke regering veel diensten bewezen. In 1673 pachtte hij van de grafelijkheid van Holland het Courzand gelegen vóór Charlois, een bekaadde plaat in de rivier de Nieuwe Maas, waar een buitenhuis op stond, dat hij met zijn gezin in de zomers bewoond zal hebben. De jongste zoon mr. Marinus Groeninx jr. maakte van de Rotterdamse vroedschap deel uit van 1692 tot 1730. Indrukwekkend is het aantal malen, dat hij burgemeester was of afgevaardigde naar de vergaderingen van de Staten van Holland. Als ontvanger voor de Staten-Generaal van de verhoogde Last- en Veilgelden (de zgn. wederhelft) kon hij tenslotte profiteren van de mogelijkheden van het toenmalige staatsbestel om er zelf niet slechter van te worden. Vooral zijn positie en die van zijn neef mr. Cornelis Groeninx, waar we nu niet verder op ingaan, geven duidelijk te kennen, dat de Zeeuwse immigrantenfamilie in Rotterdam gegroeid was naar een vaste plaats in de stedelijke oligarchie.