Share Bookmark
Hubertus Victor Petrus Heukensfeldt Jansen

Hubertus Victor Petrus Heukensfeldt Jansen

Male 1919 - 2012  (93 years)    Has more than 100 ancestors and 20 descendants in this family tree.

Personal Information    |    Notes    |    All

  • Name Hubertus Victor Petrus Heukensfeldt Jansen 
    Birth 10 Jul 1919 
    Gender Male 
    Death 15 Oct 2012 
    Burial
    Siblings 4 Siblings 
    Person ID I148  Geneagraphie | Familie
    Last Modified 5 Jan 2013 

    Father Johannes Wilhelmus Franciscus Heukensfeldt Jansen,   b. 25 Dec 1886   d. 15 May 1960 (Age 73 years) 
    Mother Anna Vink,   b. 30 Jul 1890, Plantage Middenlaan 7, Amsterdam, Noord-Holland, Nederland Find all individuals with events at this locationd. 11 Nov 1968 (Age 78 years) 
    Marriage 11 Jan 1916 
    Family ID F348374  Group Sheet  |  Family Chart

    Family Victorine Marie Thérèse Dubois,   b. 31 Mar 1926   d. 12 Dec 2012, Leusden, Utrecht, Nederland Find all individuals with events at this location (Age 86 years) 
    Marriage 09 Jul 1955 
    Children 
    +1. Living
    +2. Living
    +3. Living
    +4. Living
    Family ID F348378  Group Sheet  |  Family Chart
    Last Modified 22 Sep 2010 

  • Notes 
    • Roomse traditie boven alles
      FRANS DIJKSTRA ? 12/11/12, 00:00

      Zijn loopbaan stokte onverwacht. Hij legde zich erbij neer en vervolgde zijn eigen weg, met dank aan Maria.

      Trots leidde Huib Heukensfeldt Jansen de prins rond in de nieuwe fabriek. Hij was 48 en na een gedegen loopbaan in de chemie was hij klaar voor een nieuwe stap: directeur van een fabriek die zijn werkgever Billiton had opgezet met het Amerikaanse M&T Chemicals in het Sloegebied bij Vlissingen.

      Hij zou met zijn jonge gezin gaan wonen in Middelburg. De tekeningen voor het nieuwe huis waren klaar, de fundering werd al gelegd. Prins Claus, die een jaar eerder met Beatrix was getrouwd, kwam de fabriek openen. Toen alle mooie woorden waren uitgesproken en hij 's avonds terugkeerde naar zijn kantoor, spatte zijn droom uiteen. Op zijn bureau lag zijn ontslagbrief.

      Het waren de Amerikanen, dacht hij. Met die mede-eigenaren had hij niet zo goed kunnen opschieten. Hij vond ze oppervlakkig met hun makkelijke babbels, terwijl hij altijd probeerde met serieuze analyses te komen. Dat wrikte weleens, maar een ontslag op zo'n heuglijke dag had hij niet verwacht.

      Hij was diep gekrenkt. Zoals altijd bad hij tot Maria. Zij was zijn toeverlaat. 's Avonds om tien uur trok hij zich altijd terug in zijn werkkamer thuis en stak een kaars aan om bij Maria's beeltenis de rozenkrans te bidden. Na de Vlissingse ramp moet dat gebed nog intenser zijn geweest.

      Wat er ook woelde in zijn leven, het katholieke geloof was zijn rots. Hij was traditioneel rooms: de paus en het Vaticaan waren boven elke twijfel verheven. Tot die overtuiging was hij gekomen toen hij nog maar zeventien was, zei hij weleens.

      In zijn ouderlijk huis waren ze helemaal niet zo gedreven katholiek geweest. Zijn moeder was zelfs in een protestants gezin opgegroeid. Maar de jonge Huib koos willens en wetens voor strikte gehoorzaamheid aan de kerk. Zelfs heeft hij overwogen priester te worden, maar na een gesprek met zijn biechtvader besefte hij dat het celibaat niets voor hem was.

      Zijn vader wilde dat hij arts zou worden, net als hijzelf. Hij was een van de eerste radiologen in Nederland die in zijn praktijk thuis in de Amsterdamse Breitnerstraat van patiënten röntgenfoto's maakte. Huib hielp zijn vader in de donkere kamer bij het ontwikkelen ervan.

      Op het Amsterdams Lyceum deed hij gymnasium-bèta. Scheikunde was een lievelingsvak en dat ging hij studeren in Delft. Anders dan zijn vader werd hij geen lid van het studentencorps, maar meldde hij zich bij het katholieke Virgiel, waarvan hij verscheidene jaren voorzitter zou zijn.

      Tijdens de bezettingsjaren kwam er weinig meer van de studie. In 1946 haalde hij zijn bul. Hij was er trots op. Op het laatst van zijn leven was dat een van de weinige papieren die hij nog zelf kon lezen dankzij de grote letters.

      Hij studeerde nog twee jaar door in Manchester, waar hij zich specialiseerde in papier maken. In Maastricht kreeg hij zijn eerste baan in een papierfabriek. Hij was er assistent-bedrijfsleider, maar dat ging niet goed. Hij raakte overspannen en vertrok na een jaar. Bij een kunstvezelfabriek in Nijmegen had hij meer succes.

      Tijdens een zeilweek in Friesland ontmoette hij een vrolijke krullenbol, Victorine Dubois uit Eindhoven. Een week later reed hij al naar Eindhoven om zich aan haar moeder voor te stellen.

      Victorine was na haar Schoevers-opleiding secretaresse geweest bij de Nederlandse ambassade in Madrid en werkte in afwachting van een nieuwe plaatsing in het buitenland op het departement van buitenlandse zaken in Den Haag. Die nieuwe uitzending zou nooit meer komen, want ze trouwden in juli 1955, een half jaar na hun ontmoeting. Een jaar later werd hun eerste kind geboren. Dat was op 15 augustus, Maria Hemelvaart, en dat betekende voor hem een knipoog uit de hemel. Baby Maria was meteen proefkonijn voor luiers gemaakt van de celstof die in Huibs fabriek werd gemaakt.

      In betrekkelijk korte tijd zouden er nog drie jongetjes worden geboren. Huib zag het gezin als zijn belangrijkste 'project'. Ook al hadden ze een inwonend meisje, hij hield de ontwikkeling van de kinderen scherp in de gaten. Hij las over de nieuwe inzichten van de Amerikaanse kinderarts Benjamin Spock die, heel revolutionair in die tijd, de eigen behoeften van het kind centraal stelde. Huib kon ook streng zijn, vooral als het wat rommelig was in huis. Hij eiste rust als hij thuis kwam na zijn werk.

      Hij nam het gezin mee op wintersport, zoals zijn ouders dat hadden gedaan. Met twee auto's reden ze naar Zwitserland. Niet voor een week, ze bleven maar liefst drie weken, tot de leerplichtambtenaar daar een einde aan maakte.

      Ze verhuisden in 1960 naar Voorburg toen Huib in Den Haag een baan kreeg op het hoofdkantoor van Billiton, een bedrijf dat wortelt in de mijnbouw. Het was even zoeken naar de juiste kerk, want de vernieuwingen die om zich heen grepen in het katholicisme stuitten Huib tegen de borst.

      Als een preek hem niet zinde, liet hij dat duidelijk blijken. Soms achteraf, maar hij heeft het ook gepresteerd om tijdens de mis op te staan om een kritische vraag te stellen. Op het pastoraal concilie van 1968 in Noordwijkerhout, waar vernieuwers de overhand hadden, voerde hij het woord namens behoudende katholieken. Daar leerde hij Ad Simonis kennen, een jonge maar traditionele kapelaan in de Haagse Vogelwijk. Daar aan de Sportlaan vond hij zijn kerk. Het gezin werd elke zondag in de auto gepakt om daar ter kerke te gaan. Hij raakte dik bevriend met Simonis, die het tot kardinaal zou brengen.

      Ook thuis voerde Huib soms langdurig het woord. Aan de eettafel droomden de kinderen weg als hun vader een preek afstak. Hij haalde zijn kinderen van de katholieke school, waar een getrouwde priester godsdienstles gaf. Dan maar liever een openbare school, besloot hij.

      Toen zijn directeurschap in Vlissingen ruw was beëindigd, zat Huib in zak en as. Hij was teruggeplaatst naar het hoofdkantoor van Billiton in Den Haag, maar zijn functie bleef onduidelijk. Uiteindelijk werd hij verantwoordelijkheid voor de veiligheid en voor milieuzaken, een nieuwigheid bij het bedrijf. Dat bleek een goede greep. Hij kon er al zijn kennis en analytische gaven in kwijt, met commercie had hij weinig meer te maken.

      Hij maakte zich druk over afvalwater in een tijd dat weinigen daar oog voor hadden. Daarmee was hij soms een eenling in het bedrijf; hij had er geen vrienden. Sober als hij was nam hij elke dag drie boterhammen mee van huis die hij in zijn kamer at. In de middagpauze wandelde hij naar de kerk in de Parkstraat waar de mis nog in het Latijn werd opgedragen.

      Met zijn opgroeiende kinderen had hij problemen. Ze brachten ideeën mee naar huis die hem diep tegenstonden. Het ergste vond hij dat zijn oudste kind in 1976 verliefd werd op een protestant, een dominee nog wel. Bijna dagelijks schreef hij haar een brief om haar op andere gedachten te brengen. Het probleem etterde jaren door. Totdat zij de knoop doorhakte en in 1983 trouwde met haar dominee. Toen gaf Huib zijn verzet op en sprak nooit meer een woord over hun geschil.

      Toen hij met pensioen ging, dacht hij dat het snel met hem gedaan zou zijn. Hij zei dat hij geen nieuwe das meer hoefde op zijn verjaardag. In zijn familie werden ze niet zo oud.

      Hij werd wel oud, al kostte hem dat moeite. Door een erfelijke aandoening werd hij doof. Ze verhuisden nog één keer, naar een serviceflat in Wassenaar.

      Hij bleef lezen in zijn uitgebreide bibliotheek met theologische werken. Graag zat hij bij de open haard met de Engelse editie van de Vaticaanse krant L'Osservatore Romano. Hij schreef ook veel, vooral voor zichzelf, en hij voerde lange briefwisselingen met gelijkgezinden, zoals Simonis. Op het laatst was hij zo doof en ziek dat spreken nauwelijks meer ging. Zijn geloof bleef ongebroken, hij bleef de rozenkrans bidden.

      Hubertus Victor Petrus Heukensfeldt Jansen werd geboren op 10 juli 1919 in Amsterdam. Hij stierf op 15 oktober 2012 in Wassenaar.



Home Page |  What's New |  Most Wanted |  Surnames |  Photos |  Histories |  Documents |  Cemeteries |  Places |  Dates |  Reports |  Sources