Aert Jansse van Nes

1626 - 1693  (67 years)    Has 2 ancestors but no descendants in this family tree.

• Name	Aert Jansse van Nes
  Birth	1626	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  Gender	Male
  Death	13-14 Sep 1693
  Burial	Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland
  St-Laurenskerk
  Siblings	2 Siblings
  1. Aert Jansse van Nes,   b. 1626, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland d. 13-14 Sep 1693  (Age 67 years) ▻ Geertruida den Dubbelde   2. Admiraal Jan van Nes,   b. Apr 1631   bur. 6 Jun 1680, Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland  (Age ~ 49 years)   3. Cornelis Jansse van Nes   d. Yes, date unknown
  Person ID	I645880	Geneagraphie
  Last Modified	29 May 2009

  
  

  Father	Jan Jacobse van Nes, 'de Jongere'   d. Yes, date unknown
  Family ID	F283111	Group Sheet  |  Family Chart

  
  

  Family	Geertruida den Dubbelde   d. Yes, date unknown
  Family ID	F283112	Group Sheet  |  Family Chart
  Last Modified	29 May 2009

  
  

• Event Map	Click to hide
  		Birth - 1626 - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland Burial - - Rotterdam, Zuid-Holland, Nederland  = Link to Google Earth
  Pin Legend	: Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  
  

• Notes

  Aert zelf werd kennelijk ook de "Jonge Boer" genoemd maar kreeg later in lofdichten de krijgshaftiger bijnaam "De Hollandse Ajax ". Aert ging op zijn elfde naar zee. Bij het begin van de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog van 1652-1653 had Van Nes zich al opgewerkt tot schipper (de hoogste onderofficier) onder zijn vader van een gewapende koopvaarder: hij werd op 23 augustus 1652 door de Staten van Holland als directe vervanger van zijn overleden vader tot kapitein van de Gelderland benoemd, welk schip voor een tijd door de Fransen geïnterneerd was in de haven van La Rochelle . Hij vocht in de Driedaagse Zeeslag , de Zeeslag bij Nieuwpoort en de Slag bij Ter Heijde . Hij deed mee aan het ontzet van Danzig in 1656 en aan de expeditie tegen Portugal in 1657, waarbij hij twee prijzen won, dat wil zeggen: twee schepen buitmaakte. Tijdens de Noordse Oorlog vocht hij op de Wapen van Rotterdam tegen Zweden in 1658 (waarbij hij zich onderscheidde in de Slag in de Sont ) en 1659. In het voorjaar van 1661 voegde hij zich bij de Middellandsezeevloot. Op 3 maart 1662 werd hij bij afwezigheid benoemd tot schout-bij-nacht bij de Admiraliteit van de Maze te Rotterdam . In 1664, in de aanloop naar de Tweede Engels-Nederlandse Oorlog , deed hij op de Prinses Louise mee aan de beroemde strafexpeditie van Michiel de Ruyter tegen de Engelsen langs de kust van West-Afrika en daarna de oostkust van Amerika. Dit leidde, na wat bijgelegde aanvankelijke ruzies, tot een langdurige hechte vriendschap en samenwerking tussen de twee mannen. Beiden hadden een kalm karakter gemeen, maar terwijl de gewetensvolle De Ruyter vaak diep gebukt ging onder de zware last van zijn verantwoordelijkheid, bleef de schrandere Van Nes steeds optimistisch en stond altijd klaar om met een kwinkslag zijn melancholische bevelhebber het positieve van een situatie te laten zien. Toen De Ruyter in 1665 bevelhebber van 's-lands vloot werd, verkoos hij dan ook Van Nes als zijn tweede persoon. Dit was alleen mogelijk doordat Van Nes al tijdens zijn afwezigheid op 29 januari 1665 tot viceadmiraal benoemd was. Het kwam hem op de antipathie van luitenant-admiraal Cornelis Tromp te staan, die het al moeilijk kon verdragen dat hij zijn voorlopige bevelhebberschap niet had kunnen voortzetten en zich nog eens extra vernederd voelde dat hij nu ook voor het directe onderbevel gepasseerd werd. Op 24 februari 1666 ( Juliaanse kalender ) volgde de benoeming tot luitenant-admiraal van de Maze, nadat Tromp zich in januari naar de Admiraliteit van Amsterdam had laten overplaatsen. Tijdens de Vierdaagse Zeeslag bleek al meteen dat Van Nes de nodige capaciteiten bezat: toen in het midden van de tweede dag De Ruyter De Zeven Provinciën uit de slaglinie terugtrok voor reparaties nam Van Nes probleemloos de leiding over en dreef de Engelsen op de vlucht; hij bleef het bevel voeren tijdens de achtervolging totdat De Ruyter pas aan het eind van de derde dag de touwtjes weer in handen nam. Tijdens de Tweedaagse Zeeslag kreeg De Ruyter in de morgen van de tweede dag door de schijnbaar hopeloze situatie van de vloot een tijdelijke zenuwinzinking. Van Nes bleef rustig en nam de feitelijke leiding over totdat de kritieke toestand bij zijn superieur en de vloot voorbij was. Toen daarop De Ruyter voor ruim een half jaar ernstig ziek was, werd Van Nes tijdelijk opperbevelhebber van de vloot tot de Tocht naar Chatham . Toen De Ruyter al weer teruggekeerd was, sloeg hij nog tweemaal Engelse aanvallen met branders op de vloot af. In de vredesperiode hierna hertrouwde Van Nes met de veel jongere Geertruida den Dubbelde; er bestaat nog een beroemd pendantenpaar van beiden, geschilderd door Bartholomeus van der Helst met medewerking van Ludolf Backhuysen voor de scheepstaferelen op de achtergrond. Hij kocht in 1668 een huis op de Spaanse kade voor 15.150 guldens. In de Derde Engels-Nederlandse Oorlog kreeg Aert van Nes een nog belangrijker positie: De Ruyter liet het commando van het eskader waarin zijn vlaggenschip verbleef nu permanent in handen van Van Nes die op de nieuwe Eendragt voer. Hierdoor wordt het wat moeilijk om te bepalen aan wie de briljante manoeuvres tijdens de Eerste Slag in het Schooneveld of de Slag bij Kijkduin precies moeten worden toegeschreven. Als beloning voor zijn optreden tijdens de Slag bij Solebay werd hem een rentebrief toegekend. In de winter van 1673 had hij het bevel over de landverdediging van Rotterdam tegen de Fransen. Na 1674, toen hij tijdens een aanval op Frankrijk een conflict had met de Zeeuwse luitenant-admiraal Adriaen Banckert , bleef Van Nes aan wal; de marine werd verwaarloosd en het nieuwe regime van stadhouder Willem III van Oranje-Nassau wilde de rol van zeehelden in het algemeen en van de politiek wat onbetrouwbaar geachte Van Nes in het bijzonder, zoveel mogelijk beperken tot die van levende legende. Hij werd gepensioneerd in april 1693 met behoud van wedde ; hij stierf op 13 of 14 september 1693 en is begraven in de St-Laurenskerk te Rotterdam. Zijn eenvoudige graf - praalgraven waren voorbehouden aan hen die in de strijd sneuvelden - ging verloren door het bombardement van 1940. Onder moderne marineschepen die zijn naam dragen zijn een torpedobootjager uit 1931, een fregat uit 1966 en een Multipurpose fregat (F833) uit 1992.