1663 - 1729 (66 years)
Has 2 ancestors and one descendant in this family tree.
1663 - 1729 (66 years)
Birth |
1663 |
Dordrecht, Zuid-Holland, Nederland |
Died |
1 Jun 1729 |
Batavia, Djawa-Barat, Indonesia |
|
Father |
Adriaan de Haan |
Mother |
Johanna van Wijngaarden |
|
Children |
|
|
- Yes, date unknown
Died |
Yes, date unknown |
|
Family |
Johanna van Wijngaarden |
Children |
+ | 1. Mattheus de Haan, b. 1663, Dordrecht, Zuid-Holland, Nederland |
|
|
- Yes, date unknown
Died |
Yes, date unknown |
|
Family |
Adriaan de Haan |
Children |
+ | 1. Mattheus de Haan, b. 1663, Dordrecht, Zuid-Holland, Nederland |
|
|
- 1727
Died |
22 Jul 1727 |
Batavia, Djawa-Barat, Indonesia |
|
Father |
Mattheus de Haan, b. 1663, Dordrecht, Zuid-Holland, Nederland |
Married |
Batavia |
|
Family |
Stephanus Versluys, b. 1691, Middelburg, Zeeland, Nederland |
|
-
Name |
Mattheus de Haan |
Birth |
1663 |
Dordrecht, Zuid-Holland, Nederland |
Gender |
Male |
Prominent People |
1725 |
Gov-Gen |
Death |
1 Jun 1729 |
Batavia, Djawa-Barat, Indonesia |
Person ID |
I651122 |
Geneagraphie |
Last Modified |
24 Jun 2009 |
-
-
-
Notes |
- 26 Oct. 1671 vertrok notaris de Haan, tot onderkoopman in dienst van de Compagnie benoemd, met zijn gezin, per 'Dordrecht' van de kamer Rotterdam naar Indië. Reeds op 13-jarigen leeftijd trad Mattheus eveneens in Comp.'s dienst: hij vertrok in 1676 als provisioneel assistent naar Suratte. Het begin van zijn carrière was niet zeer voorspoedig; in 1681 werd hij assistent, in 1683 boekhouder, in 1685 onderkoopman en tien jaar later koopman, welken rang hij dus eerst bereikte na een diensttijd van 19 jaar, dien hij geheel op Suratte had doorgebracht. Nu kwam er echter wat schot in zijn promotie; in 1696 keerde hij naar Batavia terug, waar hij tot 1698 als tweede, daarna als eerste opperkoopman van het kasteel werkzaam was. Twee jaar later, 8 Juni 1700, werd hij secretaris van den Raad van Indië en 19 Dec. 1702 vice-president van den raad van Justitie. Op persoonlijk aandringen van den nieuwbenoemden G.G., Joan van Hoorn, volgde in Aug. 1704 de Haan's benoeming tot raad-extra-ordinair, als hoedanig hij 30 Mei 1705 tevens president van het college van schepenen van Batavia werd. Raad-ordinair werd hij in 1710, terwijl hij daarnaast sedert 1712 als kolonel van de burgerij van Batavia optrad. Na tien jaar zitting te hebben gehad als raad-ordinair, werd hij 16 April 1722 geroepen tot het hooge ambt van directeur-generaal van den handel. 16 Oct. 1724 teekenden Heeren-XVII zijn benoeming tot Gouverneur-Generaal, welke functie hij 8 Juli 1725 van Henricus Zwaardecroon overnam. Hij was toen 62 jaar oud en 49 jaar onafgebroken in Compagniesdienst.
De Haan's landvoogdij is niet gekenmerkt door eenige bijzondere of belangrijke gebeurtenis. Tegen het toenemend nepotisme trad hij evenmin op als tegen den enormen sluikhandel der ambtenaren. Daarentegen was het door hem in 1726 genomen besluit, om de javaansche hoofden voor de geleverde koffie slechts 5 in plaats van, zooals tot nog toe geschied was, 21 rijksdaalders per picol te betalen, in hooge mate noodlottig voor die ontluikende cultuur. Toen daarop natuurlijk een bedenkelijke achteruitgang van de productie volgde, werd het uitroeien van koffieboomen strafbaar gesteld, terwijl de koffie weldra onder de contingenten werd opgenomen.
Als jongeman ging hij naar Indië
In 1676 ging hij als provisioneel assistent naar Suratte (westkust van India). Daar en aan de oostkust van India (Coromandel) bleef hij 20 jaar.
In 1696 is hij terug in Batavia, waar hij als vertrouweling van Joan van Hoorn wordt opgenomen in de Raad van Indië Als gouverneur-generaal (1725-1729) was hij conservatief: hij was tegen de experimenten in de zijdeteelt, die zijn voorganger Zwaardekroon juist had gestimuleerd. Hij trad niet op tegen familiebegunstiging, particuliere handel en andere misbruiken. Een misrekening was het, dat hij de regenten zo weinig geld voor de koffie gaf (tot een derde van de oorspronkelijke prijs, vanwege de overproductie), dat de planters de bomen 'bij duizenden' gingen omhakken, en aan de vraag uit Europa niet kon worden voldaan. In zijn periode verschoof de balans naar de Engelse zijde bij de handel in katoen, thee en koffie. De handel in het Westerkwartier liep terug, waardoor het inter-Aziatische handelsnetwerk (de kurk waarop de VOC dreef) werd aangetast.
|
|
|
|