Share Bookmark
Johannes Henricus van Weijssenburgh

Johannes Henricus van Weijssenburgh

Male Abt 1660 - Bef 1730  (70 years)    Has no ancestors but more than 100 descendants in this family tree.

Personal Information    |    Notes    |    Event Map    |    All

  • Name Johannes Henricus van Weijssenburgh 
    Birth Abt 1660 
    Gender Male 
    Death Bef 2 May 1730 
    Person ID I12021  Geneagraphie
    Last Modified 9 Jul 2009 

    Family 1 Cornelia Maria (Allegonda) Coebergh   d. Bef 1722 
    Marriage 21 Sep 1705  Grave, Noord-Brabant, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Children 
     1. Gerardus Alexander van Weijssenburgh   d. Bef 18 Dec 1732
    +2. Joanna Allegonda van Weijssenburgh   d. 30 Mar 1799, Boxmeer, Noord-Brabant, Nederland Find all individuals with events at this location
    +3. Johannes Michael van Weijssenburgh   d. Aft 1775
     4. Everdina Alexandrina van Weijssenburgh,   c. 3 Oct 1713, Grave, NBr, NL Find all individuals with events at this locationd. 7 Jun 1743, Boxmeer, Noord-Brabant, Nederland Find all individuals with events at this location (Age ~ 29 years)
    Family ID F1685  Group Sheet  |  Family Chart
    Last Modified 29 Aug 2000 

    Family 2 Baronesse Petronella de Rhoe de Opzinnig,   b. 's-Hertogenbosch, Noord-Brabant, Nederland Find all individuals with events at this locationd. Yes, date unknown 
    Marriage 15 Feb 1722  Breda, Noord-Brabant, Nederland Find all individuals with events at this location 
    Family ID F287847  Group Sheet  |  Family Chart
    Last Modified 8 Jul 2009 

  • Event Map Click to hide
    Link to Google MapsMarriage - 21 Sep 1705 - Grave, Noord-Brabant, Nederland Link to Google Earth
    Link to Google MapsMarriage - 15 Feb 1722 - Breda, Noord-Brabant, Nederland Link to Google Earth
     = Link to Google Earth 
    Pin Legend  : Address       : Location       : City/Town       : County/Shire       : State/Province       : Country       : Not Set

  • Notes 
    • Een merkwaardige club Weissenburgen hield zich op rond Boxmeer.
      Ze vangt aan met de in mysterie gehulde figuur van Johann Heinrich von Weissenburg (*c. 1660 +na 1730) (ook Johan Hendrik van Weissenburgh), soldaat, als Albicastro bekend geworden als componist, later kapitein in het Spaanse leger in de Zuidelijke Nederlanden, spoorloos na 1730.)
      http://de.wikipedia.org/wiki/Henrico_Albicastro
      Notarieel archief geeft aan dat hij lijkt te zijn gestorven voor 2-5-1730, zeker voor 17-9-1732.
      Onderzoek naar deze Weissenburg wordt uitgevoerd door o.a. Ursula Buchholz, prof Otmar Tönz en (een nazaat) Mr Joseph Hengst.
      Zijn herkomst is vooralsnog volstrekt onduidelijk. Otmar Tönz: An der Universität Leiden (immatrikuliert 1686) gibt er sich als "Viennensis" aus, später nennt er sich wiederholt "del Biswang", und bei seiner zweiten Heirat gibt er "t'Kasteel van Neuburg in de Overpfalz" an.
      Irgend etwas hat er zu verbergen.
      War er kriminell oder ein illegitimes Kind, oder schlichtweg ein Spassvogel ?

      - Commissieboeken Raad van State 4-10-1708, Johannes Henricus van Weissenburg ritmeester
      [=kapitein] in het regiment te paard van brigadier Chanclos na overlijden Jacques Watrigant
      - RA Grave, 2-1-1722, testament Margaretha de Haan, met de vier kinderen Weijssenburgh voor 1/3 erfgenamen.
      - Weeskamer Grave, 6-2-1722, voorziening voor kinderen uit eerste huwelijk n.a.v. voornemen tot tweede huwelijk. Vier onmondige kinderen van Weijssenburgh vermeld met voogd Caspar François Coebergh. Er is sprake van huwelijkse voorwaarden opgemaakt in (decem?)ber 1705 en een lange lijst in het eerste huwelijk meegebrachte goederen, die alle de kinderen toekomen.
      - RA Grave, 4 t/m 18-12-1732, regeling van een conflict tussen de erven Weijssenburgh (drie kinderen, weduwe Rhoe, als weduwe een op 2-5-1730 in Den Haag goedgekeurde inventaris overleggende; ook 17-6 en 22-6-1730 genoemd) en anderen, schuldeisers van de erven voor (veel) meer dan 10.000 gulden;
      - RA Boxmeer 9-6-1751, erfmagescheid tussen Johan Michiel van Wijssenburgh en rentmeester Petrus Hengst e.v. Johanna Allegundis van Weijssenburgh, inzake nalatenschap moeder, grootmoeder en oom uit de familie Coebergh. Betreft land in Boxmeer, Grave, en over de Maas Keent en Balgoy.
      - RA Grave 19-4-1798, Petronella en Joanna van Weissenburg verkopen de ervan Arnold van Bocholt huis en hof naast de oude pastorie.

      Henrico Albicastro, pseudoniem van Johann Heinrich von Weissenburg ( Bieswangen , ca. 1660 - ca. 1730) was een Duits-Nederlands componist.
      Albicastro werd geboren in het Beierse Bieswangen bij Pappenheim . Een bewering van Johann Walther (Musicalisches Lexicon, 1732 ) dat hij van Zwitserse afkomst zou zijn kan niet worden waargemaakt. Vermoedelijk ging hij te Ulm in de leer bij componist en organist Sebastian Scherer (1631-1712). In 1686 blijkt hij in Leiden werkzaam te zijn als musicus aan de universiteit. Uiterlijk in 1690 heeft hij deze functie opgegeven. Zes jaar later wordt te Brugge zijn eerste bewaard gebleven werk gepubliceerd: twaalf triosonates opus 3 (over zijn opus 1 en 2 is niets bekend). In de eerste jaren van de achttiende eeuw worden er talrijke werken van zijn hand uitgebracht, nu steeds te Amsterdam . Hieraan komt een abrupt einde als hij in 1708 bevorderd wordt tot ritmeester in het Nederlandse leger. Als zodanig neemt hij onder meer deel aan de Spaanse Successieoorlog . Hij blijft daarna zijn hele leven als officier werkzaam. Na 1730 ontbreekt ieder spoor van hem; mogelijk is hij in het gevecht omgekomen.
      Albicastro's werk is sterk geïnspireerd op de stijl van Arcangelo Corelli en wordt door musicologen gezien als een hoogtepunt in de Nederlandse muziek rond 1700. Eén werk van hem, de triosanate opus 8/3, is op cd verschenen (Teleac TEL 8901-8095).

      Bron
      Rudolf Rasch, "Henrico Albicatro" in Het HonderdComponistenBoek. Nederlandse muziek van Albicastro tot Zweers, Pay-Uun Hiu en Jolande van der Klis (redd.), Haarlem, 1997


      Johann Gottfried Walther äußerte in seinem „Musicalischen Lexicon" 1732 die unbelegte und daher zweifelhafte Vermutung, dass Albicastro aus der Schweiz stamme. Diese Annahme ist heute noch verbreitet, aber genauso wenig beweisbar wie die Theorie, dass Albicastro in Bieswang in Bayern aufgewachsen ist, in der Nähe seines Geburtsortes Pappenheim. Die Vermutung, sein Familienname beziehe sich auf die Ortschaft Weißenburg in Bayern ist nicht belegbar.
      1686 schrieb sich Albicastro bei der Universität Leiden in den Niederlanden ein als „Musicus Academiae". Diese Bezeichnung würde bedeuten, dass er als musikalischer Leiter angestellt war, also verantwortlich war für das offizielle Musizieren an der Akademie, insbesondere bei öffentlichen Zeremonien (z. B. der Amtseinführung eines neuen Rector Maximus ). Allerdings finden sich in den Archiven der Universität keine Anhaltspunkte für eine solche Tätigkeit Albicastros. Jedenfalls kann er diese Stelle nicht allzu lange innegehabt haben, denn bereits kurz nach 1690 wurden andere auf diesen Posten berufen (François Koopman, Charles de Vray). Es gibt Hinweise darauf, dass Albicastro mehrere Jahre in den Spanischen Niederlanden verbracht hat.
      1708 erfuhr Albicastros Karriere eine grundlegende Wende, als er im Landesheer zum Rittmeister befördert wurde. Über seine vorhergehende militärische Laufbahn wurden keine weiteren Angaben gefunden. Johan Hendrik van Weissenburg - wie er in den militärischen Dokumenten genannt wird - kämpfte in den letzten Jahren im Spanischen Erbfolgekrieg und verblieb anschließend im Heer. 1730 wird er zum letzten Mal in den Papieren der niederländischen Armee aufgeführt. Man nimmt an, dass er kurz darauf starb.
      In seiner Lebensgeschichte in Marpurgs "Historisch-kritischen Beiträgen" von 1754 nannte Quantz Albicastro in gleichem Atemzug mit Biber und Walther. Er muss somit Albicastro in die Reihe der grossen deutschen Virtuosen des 17. Jahrhunderts gestellt haben.
      Über seine ersten Werke, op. 1 und op. 2, gibt es keine Informationen. 1696 erschien als Opus 3 eine Sammlung von zwölf seiner Triosonaten unter dem Titel „Il giardino armonico sacro-profano". Davon sind nur sechs Sonaten erhalten.

      Werke
      1696 Il giardino armonico sacro-profano di dodici suonate in due parti, parte I dell'opera terza continente VI suonate a tre stromenti col basso per l'organo
      1701 opera prima - XII Suonate a tre , due violini et violoncello col basso per l'organo
      1702 opera seconda - XII Sonate a violino solo col basso continuo
      1702 opera terza - XII Sonate a violino e violone col basso continuo
      1702 opera quarta - XII Suonate a tre, due violini e violoncello col basso per l'organo
      1703 opera quinta - Sonate a violino solo col basso continuo
      1704 opera sesta - Sonate a violino solo e basso continuo (nicht erhalten)
      1704 opera settima - XII Concerti a quatro, due violini, alto, violoncello e basso continuo
      1704 opera ottava - [XII] Sonate da camera a tre, due violini e violone col basso per l'organo
      1706 opera IX - XII Sonate a violino solo col violone o basso continuo
      In Manuskriptfassung:
      Coelestes angelici chori, Motette für Sopran, vier Instrumente und Basso continuo



Home Page |  What's New |  Most Wanted |  Surnames |  Photos |  Histories |  Documents |  Cemeteries |  Places |  Dates |  Reports |  Sources